bron: huurautoverzekering.com
auteur: Jan Visser
Onlangs kondigde Frankrijk aan dat ze vanaf 2040 geen benzine- of dieselauto’s meer zullen verkopen. Niet lang daarna liet Engeland weten hetzelfde plan te hebben. In Nederland wordt ernaar gestreefd dit in 2035 al te behalen, en Noorwegen is nog ambitieuzer, en hoopt in 2025 geen auto’s die op fossiele brandstoffen rijden meer te verkopen. Wereldwijd zijn er ondertussen 2 miljoen volledig elektrische auto’s op de weg, waarvan er 750.000 in 2016 verkocht zijn
Nederland wordt gezien als nummer 2 op de wereld qua marktaandeel in elektrisch rijden, na Noorwegen, en voor Zweden. Maar hoe zien we dit eigenlijk terug in de cijfers? Om te laten zien hoe Nederland het doet in vergelijking met andere landen, keken we naar een aantal verschillende statistieken, om te illustreren wat de staat van elektrisch rijden in Europa is.
Verkoopaantallen
In 2016 werden er in Nederland bijna 4000 elektrische auto’s verkocht. Dat is minder dan 1% van de totale autoverkoop van dat jaar. Op zich lijkt dat niet veel, maar het is wel een stuk meer dan de meeste Europese landen, en het laat een substantiële groei zien ten opzichte van 2015. Verder zien we ook dat deze groei zich in 2017 doorzet.
Oplaadpunten voor elektrisch rijden
Eén van de grootste hekelpunten van elektrische auto’s is de beperkte kilometers die je met een volle batterij kunt afleggen. Wat dat betreft heeft Nederland sowieso het voordeel een vrij klein land te zijn. De kans is groot dat Nederlanders daardoor vaak kortere afstanden hoeven af te leggen dan bestuurders in een land als Duitsland. Daarnaast is het in Nederland ook zeer goed gesteld met het aantal laadpalen.
Van alle Europese landen die we hebben vergeleken heeft Nederland in absolute aantallen de meeste oplaadpunten, ondanks de beperkte omvang van ons land. Dat betekent dat het binnen Nederland onwaarschijnlijk is dat je vast komt te staan met een lege accu, aangezien er altijd wel een oplaadpunt in de buurt is. Niet verrassend is het feit dat de meeste accupunten rond de Randstad zitten, waar de grotere bevolkingsomvang ook om een groter aantal oplaadpunten vraagt.
Overheidsinitiatieven
De meeste landen zien wel in dat het nut heeft om de verkoop van elektrische auto’s aan te moedigen. Internationaal gezien doen overheden er dan ook veel aan om eigenaren van elektrische auto’s te helpen. In Nederland wordt dit vooral gedaan door vermindering in belasting. Zo geldt tot 2020 bijvoorbeeld een vrijstelling van motorrijtuigenbelasting voor bestuurders van een elektrische auto. Ook in het Verenigd Koninkrijk betaal je minder belasting met een elektrische auto. In Duitsland krijg je tot die tijd juist een subsidie bij het kopen van een elektrisch voertuig. En in Frankrijk krijg je tot €10.000 als je je dieselauto inruilt voor een elektrische variant.
Ook in Noorwegen heeft de overheid het voor bestuurders erg aantrekkelijk gemaakt om elektrisch te rijden. Door een combinatie van subsidies, lagere belastingen en het vermijden van kosten voor tolwegen, is voor veel inwoners de keuze voor een elektrisch voertuig makkelijk gemaakt.
Tot nu toe zijn de Europese marktleiders in elektrisch rijden dus vooral vooruitstrevend qua overheidsinitiatieven. Vooral de landen die elektrisch rijden als prioriteit willen en kunnen aanvoeren, maken grote stappen naar een diesel- en benzine-arme maatschappij.
Diesel/Benzine vs. Elektrisch rijden
Nederland is dus één van de koplopers wat betreft het elektrisch rijden. Maar hoe verhouden elektrische auto’s zich eigenlijk ten opzichte van diesel- of benzineauto’s. Met een hoge beginprijs lijkt het vaak alsof elektrisch rijden vooral weggelegd is voor welgestelde bestuurders. Kijkend naar de prijs van een Nissan Leaf en een VW Golf lijkt dit inderdaad waar te zijn. De Nissan kost bijna €10.000 meer, en is daarmee substantieel duurder. Wanneer je echter rekening houdt met de extra kosten van beide auto’s, zijn de kosten per km voor deze auto’s nagenoeg hetzelfde. Bij gebruik van 4 jaar, waarbij je 15.000 km per jaar rijdt, komt de Volkswagen uit op 36,4 cent per km, en de Nissan op 36,7 cent per km. Door het verschil in brandstofkosten en belasting kan een elektrische auto op de lange termijn dus zeker voordelig uitkomen. Het grootste verschil tussen de auto’s is daarna vooral het rijbereik. Waar je met een VW Golf meer dan 1000 km op een volle tank kunt rijden, is dat met een volle accu van de Nissan Leaf maar iets minder dan 200 km.
